Echte ervaringen van mensen die vastliepen — en weer in beweging kwamen.
Er was niet één moment waarop alles misging. Het sloop erin. Steeds meer ruzie aan tafel, deuren die dichtsloegen, een kind dat zich terugtrok op zijn kamer en een ander die juist overal tegenaan schopte. Mijn man en ik hadden zelf ook geen ruimte meer voor elkaar. Alles draaide om overleven.
We waren geen gezin meer, maar losse eilandjes. En het voelde alsof ík dat moest oplossen. Ik had al hulp gezocht bij een opvoedcoach en we hadden gesprekken op school, maar het veranderde niets. Tot een vriendin Psychofysiek noemde.
Wat me raakte, was dat ze niet alleen met ons wilden praten over wat er niet goed ging — maar dat we juist gingen doen. In de gymzaal. Met elkaar. Geen rollenspellen of theorie, maar letterlijk bewegen met wat er tussen ons speelde. En dat was confronterend én bevrijdend.
Tijdens een oefening waarin we moesten samenwerken met een bal, werd meteen zichtbaar hoe de verhoudingen in ons gezin scheef waren. Onze oudste trok zich terug, onze jongste eiste alle ruimte op. Mijn man hield zich op de achtergrond, ik wilde álles fixen. Zonder dat we iets zeiden, zagen we het gebeuren.
De therapeut begeleidde dat op zo’n heldere manier. Niet veroordelend, maar uitnodigend. We leerden om onze automatische reacties te herkennen. Onze spanningen niet langer te negeren, maar er nieuwsgierig naar te zijn. Dat was nieuw. En vaak ook ongemakkelijk — maar het werkte.
Langzaam kwam er meer lucht. Meer contact. Minder strijd. We zijn er nog niet, maar we snappen elkaar weer beter. En we durven weer samen te ademen.
Wat ik tegen andere ouders wil zeggen: wacht niet tot het escaleert. Als je voelt dat het niet stroomt in je gezin, is dat reden genoeg om hulp te zoeken. Je hoeft het niet perfect te doen. Alleen samen.