Echte ervaringen van mensen die vastliepen — en weer in beweging kwamen.
k had het zelf niet eens altijd door, totdat mijn vrouw op een dag zei: “Ik loop continu op eieren.” Dat kwam binnen. Niet omdat het de eerste keer was dat ze het zei — maar omdat ik ineens besefte dat het klopte. Mijn woede zat altijd vlak onder de oppervlakte. Als iets niet ging zoals ik wilde, als ik me machteloos voelde, als ik me afgewezen voelde… dan ging ik schreeuwen. Deed ik dreigend. Of trok ik me terug, maar met zo veel spanning dat de lucht in huis gewoon trilde.
En ik was het zat. Niet alleen zij, ík ook. Ik wilde niet degene zijn waar mijn kinderen bang voor waren als ik boos werd. Ik wilde me niet steeds schamen na afloop. Maar ik wist ook: praten helpt me niet genoeg. Ik kan uitleggen waar het vandaan komt, maar dan zit die vuist nog steeds in mijn maag.
Bij Psychofysiek hoefde ik niet te doen alsof ik alles op een rij had. Het was oké dat ik het niet wist, als ik maar bereid was om te voelen. En dat heb ik gedaan. Met bokstherapie, ademwerk en gesprekken die niet bleven hangen in het hoofd — maar me uitnodigden om te voelen waar het écht zat.
Wat ik ontdekte? Mijn woede was eigenlijk angst. Angst om de controle te verliezen. Om niet genoeg te zijn. Om afgewezen te worden. En hoe harder ik dat probeerde te verbergen, hoe bozer ik werd.
Nu? Ben ik niet ineens zen. Maar ik voel het eerder aankomen. Ik kan nu zeggen: “Ik merk dat ik boos word,” in plaats van pas te reageren als het al te laat is. En mijn vrouw zegt: “Je bent er weer. Echt.”
Wat ik tegen andere mannen wil zeggen: je hoeft niet eerst alles kapot te maken voordat je hulp zoekt. Boosheid is niet fout. Het is een signaal. Maar je moet wel leren luisteren — voordat het voor jou beslist. Psychofysiek hielp mij om niet alleen te begrijpen wat er mis was, maar vooral om te voelen hoe het anders kon.